Tegen brand en bij brand. Materialen met dubbele zekerheid.

Technische kunststoffen in vervoersmiddelen en elektrische apparaten zijn tegenwoordig onontbeerlijk. Zij bieden bij een lager gewicht goede mechanische eigenschappen en vooral economische productiemogelijkheden. Dit is niet voldoende. De materialen moeten veilig zijn: ze mogen bij brand geen brandhaarden vormen en geen giftige of bijtende rookgassen vrij laten komen die daardoor schade aan mens en materiaal kunnen aanrichten.

Tegen de brand. Kunststoffen branden door overmatige warmtetoevoer bij gelijktijdig contact met zuurstof. Een hoogst mogelijke zuurstofindex, dit kengetal geeft de tot branden benodigde zuurstofhoeveelheid aan en een hoge ontstekingstemperatuur, bepalen de vlamdovendheid van kunststof. De behuizing van een elektrisch apparaat mag niet, door de bij kortsluiting ontstane maximum temperatuur, ontbranden. Bij andere oorzaken van brand voorkomt de ingebouwde vlamdoving een verdere verbranding van het kunststof. Want zelfdovende kunststoffen hebben om te branden meer dan de in de atmosfeer aanwezige 21 % zuurstof nodig.

Bij brand. Brandt het in gesloten ruimtes met verminderde vluchtmogelijkheden, bijvoorbeeld in vliegtuigen, treinen en ziekenhuizen, dan moet de dichtheid en toxische werking van rookgassen zo laag mogelijk gehouden worden. Zo laten de verbrandingsresten van polyethersulfon (PES) en polyetherimide (PEI) een extreem lage rookgasdichtheid en toxiciteit zien.

Brandklasse UL 94 V-0.
Selectie van zelfdovende kunststoffen.
  Zuurstofindex
  ISO 4589
Eenheid [%]

Semi-kristallijn

PFA 95
PPA GF33 V0 55
PEEK 35
PA 6 V0 34
PA 6 M30 V0 55

Amorf

PEI GF30 48
PES GF20 44
PPSU 38
PC GF10 V0 36
PC V0 35
PC+ABS V0 30
ASA+PC V0 30
PPE V0 29



Daarenboven kunnen tegenwoordig de meeste van de door ons verwerkte kunststoffen met een onschadelijk en tegelijk economisch brandvertragend materiaal uitgerust worden.